Warmte
In de Nederlandse energiehuishouding gaan onvoorstelbare hoeveelheden warmte verloren naar lucht en water. De mogelijkheden om ten minste een deel van deze restwarmte te benutten zijn groot. Maar tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren. Welk beleid is nodig en haalbaar om de inzet van duurzame warmte en restwarmte drastisch te vergroten?
Deze klemmende vraag is op 14 november 2007 besproken met een keur aan experts en betrokkenen. De voorbereidende notitie kunt u hier downloaden.
Vervolgbesprekingen zijn gehouden op 3 juni 2008 en op 9 oktober 2008. Deze besprekingen richten zich vooral op de rol van gemeenten in de ontwikkeling van warmte projecten. Het is evident dat een groot project niet tot stand komt zonder actieve medewerking van de gemeente(n). Toch wordt deze rol van de gemeente(n) in de wetgeving niet onderkent en worden mogelijkheden om de gemeente als motor in te zetten voor de benutting van restwarmte genegeerd.
De Warmtewet die recent tot stand gekomen is, richt zich vanuit een (te) beperkte invalshoek puur op consumentenbescherming, terwijl het wel degelijk mogelijk is het realiseren van warmteprojecten en consumentenbescherming hand in hand te laten gaan.
Daartoe zouden gemeenten de mogelijkheid moeten hebben om in geval van (maatschappelijk) rendabele warmteprojecten afname van restwarmte in bepaalde gebieden voor te schrijven. Dan wordt de economie van een project niet ondergraven doordat warmtevragers via andere energiedragers in de behoefte gaan voorzien.
Concurrentie is te waarborgen door projecten te tenderen (concurrentie tussen projectontwikkelaars, geen concurrentie tussen energiedragers).
EDN overweegt nieuwe initiatieven om het ‘warmtedebat’ dat nu vooral op technisch en weinig op beleidsniveau wordt gevoerd, verder te brengen.
[wpdm_category id=warmte order_field=id order=desc]